Rekken en er bij blijven...
- Alouis ter Denge
- 1 mei 2018
- 5 minuten om te lezen
Hoe ik er terecht kwam...
In 1979 was ik afgestudeerd aan de AKI, de kunstacademie in Enschede. Ik was nu afgestudeerd grafisch ontwerper en dacht dat de wereld aan mijn voeten lag en dat ik moest solliciteren bij de grote namen in de ontwerpwereld. Designstudio's in Den Haag en Amsterdam. Dom achteraf want ik had gewoon moeten solliciteren bij een beginnend reclameburootje in de buurt. De AKI tijd is trouwens nog steeds een van de beste periodes uit mijn leven. Ik leerde er mezelf kennen omdat je geconfronteerd werd met ....chaos. Uit de chaos ontstaat de kunst ...en ik begreep wat ze bedoelden. Maar goed, ik probeerde het dus in het westen en een paar keer was ik bij de laatste sollicitanten maar deed gebrek aan ervaring en een te kleine portfolio deden mij de das om. En daarnaast verstond ik niet het vak om mezelf te verkopen. Gladde praatjes en een mooi verhaal..ja op papier lukt me dat wel, maar praten? Schaamte voor jeTwentse accent en ook nog aardig binnensmonds praten, slecht articuleren. Hoe vaak moest ik alleen mijn naam al 3 keer uitspreken voordat ik het gesprek goed en wel begonnen was? Vervolgens begon men net in de beginjaren 80 te ontwerpen met computers en daar had ik dus nooit wat van meegekregen. Een pc was toen nog niet voor iedereen weggelegd.
Ik had verkering en woonde samen. Mijn vriendin werkte en ik deed vrijwilligerswerk bij de Stichting Sociaal-Cultureel Werk en zat zelfs in het bestuur. We richten een project voor jonge werklozen op want ook toen was er crisis en veel jongeren kwamen niet aan de bak. Het PMZW (project mensen zonder werk) richtte zich op kansen scheppen en projecten uitvoeren voor die doelgroep. We zetten een klussenwerkplaats op, begonnen een krantje, organiseerden sportactiviteiten en vergaderden met de gemeente om geld los te krijgen. Ik was er maar druk mee. Intussen werd mijn vriendin zwanger en moest er geld op de plank komen. 's-Avonds zat ik naar de radio te luisteren; ruilbeurs, een programma van ,volgens mij, de Avro. "Als je voor mij een trui breit dan bak ik een taart voor je", dat soort ruilacties. Ik draaide uit verveling 1 keer het telefoonnummer en gelijk was ik live op de radio. Nu moest ik een ruil verzinnen en bedacht al snel dat in ruil voor het vinden van een baan (in de grafische of sociale sector )ik degene zou uitnodigen voor een echte Twentse bruiloft, want we waren toch al van plan te gaan trouwen omdat er een kind op komst was.
De volgende dag belden diverse mensen met goede raad om aan een baan te komen maar echt iets concreets werd me niet aangeboden. Tot Gerda belde. Gerda was de vriend van een mede AKI-student en liep stage in Rekken, een internaat voor zeer moeilijk opvoedbare jongeren. Ze kende me een beetje van de verhalen van haar vriend en wist dat ik binnen het voetbal en binnen het Sociaal Cultureel werk met jongeren bezig was. " Dit is je op het lijf geschreven' , zei ze en ik dacht; ik kan het allicht een kans geven

In het diepe
"Kom a.s dinsdag maar een keer kijken en meelopen, dan hebben de meiden een creatieve avond en kun je lekker meeknutselen". Dat waren de woorden van Gert(naam veranderd) het paviljoenshoofd waarmee ik het sollicitatiegesprek had.Die dinsdag kwam ik op de groep "beukenveld". Twaalf meiden in een gesloten groep; boven de woon- en leefgroep en beneden de school en therapeutische ruimtes. Dat alles in een gedateerd gebouw. Ik kan nog zo een aantal namen noemen van de meiden die er toen woonden. Ze waren allemaal nieuwsgierig naar de nieuwe groepsleider en ze wilden me natuurlijk uittesten. Gelukkig stond ik er vrij onbevangen in en kon met wat humor, inlevingsvermogen en een paar persoonlijke verhalen de meiden zover krijgen dat ze me wel accepteerden." Komt goed uit', zegt Gert, " want de slaapdienst van vanavond is ziek geworden en je kunt het wel aan. Dan ben je er meteen door". De late dienst zou wat langer kunnen blijven tot het rustig is en morgenvroeg komt de ochtenddienst. Ik werd dus meteen voor de leeuwen gegooid maar het ging allemaal goed. De meiden accepteerden me. Van Gert kreeg ik die eerste week een speciale opdracht. Het was dan wel een gesloten groep maar als de sfeer goed was mochten de deuren ook af en toe open. Alleen Truusje had wel eens wegloopneigingen en het was dan mijn opdracht om Truusje weer binnenboord te krijgen. Truusje van de Heide was qua niveau het zwakste meisje van deze LVG-groep en werd veel geplaagd waardoor ze telkens weer de benen nam. Diverse keren kon ik achter haar aan door sloten en over weilanden als ze weer eens de benen genomen had. Het lukte me wel om haar elke keer weer mee terug te krijgen. Ik kreeg zelfs een beetje een zwak voor haar.Al vrij snel werd ik ook verder uitgetest. Er waren enkele jongedames die uit de prostitutie geplukt waren. Zestien, zeventien of achttien jaar en al ervaring met het werken achter de ramen en in clubs. Gevolg was dat er ook pooiers rondreden die de meisjes weer terug wilden halen. Ragonda, een hele mooie Antiliaanse meid uit Rotterdam, wilde wel eens onderzoeken hoe ik zou reageren op haar wulpse verleidingen... Toen de late dienst naar huis was en de meiden allemaal op hun eigen kamer waren kwam Ragonda op hoge hakken, enkel gekleed in een rood zijden lingeriesetje met charetelgordeltjes de woonkamer binnen. Het was blijkbaar afgesproken want enkele meiden volgden haar om mijn reactie te zien. Hoe moet ik daar nu weer op reageren? Ik werd kwaad want ik bedacht me dat ze mijn baan op het spel zette. Terwijl ze met haar behaatje zwaaide dat ze inmiddels had uitgedaan heb ik haar naar haar kamer geduwd onder flink verbaal protest zodat ook de andere meiden meekregen hoe ik hier op reageer. Het wordt dan meteen wel duidelijk in welke gevoelige positie je komt te zitten. Heb het de volgende dag ook gelijk gemeld en kreeg complimenten voor de manier waarop ik er mee was omgegaan. Enkele dagen later was het de pooiers gelukt om onder bedreiging van wapens Ragonda op te halen. Gelukkig was ik toen niet op dienst.
Een vast contract...
Het eerste halfjaar op de meidengroep vloog om en Gert wilde mij graag op die groep houden. Hij kon me echter geen vast contract bieden en ik werkte dus op een 0-uren contract. Ik had het er echt naar mijn zin en met mijn collega's kon ik het goed vinden. Alleen gek dat Gert zei dat hij Tiebe, een oudere collega, die kort op zijn pensioen zat, eruit wilde werken. Ik vond het een alleraardigste man die weliswaar af en toe afweek van de regels maar ik dacht dat zijn ervaring hem daartoe ook wel het recht gaf. Hij werd ook meer gezien als de opa van de groep. Gert was erg zwart/wit en Tiebe kon niets goed doen. Denk dat Tiebe een beetje teveel tegengas gaf aan Gerts manier van managen en dat hij daar moeite mee had.
Op een ander paviljoen, Rietkamp, was wel een vacature maar van het vaste personeel wilde daar niemand naar toe. Het was een gemengde groep met echte LVG-ers, dus een wat lager niveau. Het was de groep jongeren die door anderen werden verstoten... de zwarte schapen. Omdat ik toch zekerheid wilde ben ik er toch naar toe gegaan. Het paviljoenshoofd op Rietkamp was Ella, een vrouw van in de zestig met de uitstraling van een bouwvakker. Ik kreeg mijn vaste contract maar ook mijn lange werkdagen/weken/maanden. Er waren altijd wel een paar collega's ziek. Bij het paviljoen Rietkamp, met 8 bewoners, hoorde een fasehuis waar ook nog 4 jongeren konden wonen. Er moesten dus altijd genoeg groepsleiders op dienst zijn om de 2 huizen te kunnen bestieren.
Opmerkingen